HISTORISCH PERSPECTIEF
De oorspronkelijke vormen van menselijke woningen zijn vergelijkbaar met dierenverblijven. Verbondenheid met de natuur, eenvoud en functionaliteit zijn de kenmerken van die eerste woningen. Een woning diende om te voorzien in de fundamentele menselijke behoefte om beschermd te worden tegen de elementen, maar ook tegen dierlijke en menselijke vijanden. De bouwmethode werd bepaald door de lokaal beschikbare bouwmaterialen en de klimatologische omstandigheden in de regio. Net als vogelnesten of holen van dieren, werden ook vroege menselijke woningen gemaakt van hout, kreupelhout, schors, veenmos, klei, aarde, steen, zand, riet, stro, mos, bladeren, gras, wol of bont. Zachte bouwmaterialen werden voornamelijk gebruikt voor de inrichting van de binnenkant van de woonruimte, harde bouwmaterialen zoals natuursteen en baksteen werden vaker gebruikt als constructiemateriaal aan de buitenkant.
Onder ideale leefomstandigheden – vooral in subtropische klimaten – was er helemaal geen behoefte aan woningen. Naarmate de cultuur zich door de eeuwen heen ontwikkelde, werd de schoonheid en degelijkheid van een gebouw en dorp of stad steeds belangrijker. Het belangrijkste was dat mensen hun eigen woningen konden plannen en bouwen (net als dieren). In traditionele inheemse culturen is dit vandaag de dag nog steeds gebruikelijk. Elk gezin kan een eigen huis bezitten omdat een groot deel van de bouwmaterialen gratis door de gezinsleden uit de natuur kan worden gehaald. Het huis ontstaat uit de omgeving en blijft onderdeel van de natuur.
In de klimaatregio van Centraal-Europa werden woningen gebouwd met 30% tot 40% organische, plantaardige materialen en 60% tot 70% anorganische bouwmaterialen. Pas na ongeveer het midden van de 20e eeuw – toen er steeds meer onnatuurlijke bouwmaterialen werden gebruikt, tot 90% tot 100% vandaag – werden bouwactiviteiten een biologisch en ecologisch probleem. De gevolgen daarvan zijn te laat erkend en worden nog steeds door velen genegeerd. In een gebouw van kunstmatige, onnatuurlijke bouwmaterialen komt de fysieke en vaak ook de mentale gezondheid van de bewoners in gevaar.
In massa geproduceerde kunstmatige producten worden vervaardigd met behulp van een enorme hoeveelheden energie, machines, kapitaal en mensen. Bouwproducten, huizen, nederzettingen en zelfs mensen zijn vervreemd van de natuur in een mate die nog nooit eerder in de geschiedenis is gezien. Dit geldt ook voor ons voedsel, kleding en andere goederen. Eenvoudige, natuurlijke bouwmaterialen, die overal verkrijgbaar en niet duur zijn, raakten bijna volledig in de vergetelheid. Zelfs hout wordt vaak eerst tot kleine stukjes versnipperd of tot vezels verwerkt voordat het in de bouw wordt gebruikt – versterkt met synthetische harsen uiteraard. Zo is bouwen – zoals veel andere basisactiviteiten in het leven – nogal ingewikkeld geworden. Bouwen is steeds duurder, ongezonder geworden en vervreemd van de natuur geraakt. Een duurzaam huis moet echter zeker niet gebaseerd zijn op nostalgie of een kopie van vroeger zijn, maar moet gedurfd en eigentijds zijn en ecologie, bouwbiologie en fysieke, sociale en mentale gezondheid als uitgangspunt nemen.